Het einde van het jaar stemt mij altijd wat mismoedig, maar de berichten over de voortgang van de klimaat- en energietransitie maken het niet beter; we halen de doelen niet en de voortgang stagneert. Is het echt zo erg allemaal?
In het Klimaatakkoord van 2019 werd vastgelegd dat de uitstoot van broeikasgas ten opzichte van 1990 met 49% verminderd wordt tot 116 megaton CO2 in 2030. In de Klimaatwet van 2020 werd deze 49% ook vastgelegd. In 2023 werd het doel aangescherpt van 49% naar 55%, dat is 103 megaton CO2-equivalenten.
Goede ontwikkeling
De afname van de CO2-uitstoot ontwikkelde zich goed. In 2023 was de uitstoot van broeikasgassen al 34 procent onder het niveau van 1990. De daling ten opzichte van 2022 was 6%. De conclusie van de Klimaat en Energieverkenning 2023 (KEV 23) was dan ook:
De broeikasgasuitstoot in Nederland daalt mogelijk met 46 tot 57 procent in 2030 ten opzichte van 1990. Daarmee is het wettelijke klimaatdoel van 55 procent reductie voor het eerst in zicht.
Maar de KEV 24 was opeens wat voorzichtiger:
De broeikasgasuitstoot in Nederland daalt naar verwachting met 44-52 procent in 2030 ten opzichte van 1990, uitgaande van het vastgestelde en voorgenomen beleid. Daarmee is de kans dat het wettelijke klimaatdoel van 55 procent emissiereductie wordt gehaald, minder dan vijf procent.
De oorzaak van deze bijstelling is niet zozeer de realisatie in het voorgaande jaar, maar vooral de doorrekening van de beleidsplannen. Maar als we de 150 Mton die we nu ongeveer uitstoten, elk jaar met 6% blijven verlagen, dan komen we in 2029 al onder de 100 Megaton. Als het 4,5% zou zijn, dan halen we in 2030 toch het doel van 103 Megaton.
Teleurstelling over verhoogde ambitie
Een vaker voorkomend fenomeen is het aanscherpen van de ambitie en dan vervolgens de teleurstelling dat de verhoogde ambitie niet gehaald wordt. Dat zien we in dit geval ook, het doel dat we in 2019 vastlegden (116 Mton) wordt in 2030 ruim gehaald, maar de bijstelling naar 103 Mton in 2030 misschien niet. Op wereldniveau treedt iets vergelijkbaars op, tot aan de klimaattop van 2009 in Kopenhagen was het niet overschrijden van 2 0C temperatuurverhoging de limiet. Daarna werd de ambitie verhoogd naar 1,5 graad. Goedbedoeld natuurlijk, maar de boosheid en teleurstelling over het niet-halen van de nieuwe limiet kregen we automatisch meegeleverd.
Groei
Een ander verschijnsel is de groei van de groei. Als je elk jaar iets meer doet groeit de groei. Als je wel groeit, maar minder dan het voorgaande jaar, dan krimpt de groei. Dat gebeurt nu met warmtepompen. In 2022 werden iets meer dan 100.000 warmtepompen verkocht door de fabrikanten aan de tussenhandel, in 2023 waren dat er 40.000 meer. In 2024 zal het weer richting 100.000 gaan. Het aantal warmtepompen groeit dus door, vergelijkbaar met 2022 maar veel minder dan in 2023. Er is weinig blijdschap over de 100.000 die er weer bijkomen, maar vooral veel teleurstelling dat de groei niet groeit.
Kijk uit met cijfers, dat zeg ik zo vaak, volgend jaar mag ik er weer 10 stukjes over schrijven voor de Freonen. Alvast een goed 2025 gewenst!
KEV 23 Klimaat- en Energieverkenning 2023 | Planbureau voor de Leefomgeving
KEV 24 Klimaat- en Energieverkenning 2024 | Planbureau voor de Leefomgeving