Column Bouwe de Boer: Middelpunt in de lift

Onze projectleider Bouwe de Boer schrijft columns voor uiteenlopende media. Op veler verzoek verschijnen deze columns nu ook op Fossylfrij.frl. In dit verhaal, dat afgelopen week in Middelpunt Media verscheen, gaat Bouwe in op zijn liftervaringen.

Liften
Dertig jaar geleden woonde ik een aantal jaren in Enschede voor mijn studie Scheikunde. In die tijd was liften vrij normaal. Overal waren liftstroken en met een bordje: ‘Leeuwarden’ in de hand was ik vrijdags al snel in Fryslân. Tegenwoordig is liften niet meer mijn gewoonte, maar soms steek ik nog mijn duim omhoog langs de weg. Meestal begint het met de zin: normaal neem ik nooit lifters mee, maar vroeger lifte ik ook veel. Ik zie het maar als een compliment, dat ik er niet al te crimineel uit zie.

Duim omhoog
Zo ook op de maandagochtend, toen ik in Akkrum op de trein stond te wachten. Deze keer tevergeefs. Er werd omgeroepen dat de trein de eerste uren niet zou komen. Oei: ik had een afspraak in Grou bij de Rabobank om half negen en geen auto die dag. Dus: snel op de fiets naar de afslag bij de snelweg, duim omhoog en wachten maar. Binnen één minuut stopte er een auto: meerijden De Boer? Ik zag geen herkenning van de bestuurder en vroeg: ‘kennen wij elkaar?’ Nou, dat niet, maar ik ken jou wel! Van de columns in de Middelpunt! ‘Ah! Dat is handig!’ Waar moet je naartoe? ‘Naar Grou, centrum.’ Oh, ik breng je wel even!

Column in Middelpunt
Na een uur liep ik weer in het centrum van Grou, op weg naar het station. Er stopte een auto naast me, het raampje werd opengedraaid: De Boer, meerijden? Ik keek verwonderd naar binnen en herkende de chauffeur niet meteen. ‘Ken ik u?’ Nee, u kent mij niet, maar ik u wel! Van de column in Middelpunt! Ik kom uit Irnsum en u moet vast naar het station. ‘Klopt’, zei ik, ‘dank u wel.’ Hij zette me bij de snelweg af, want ik zag op mijn NS-app dat de treinen nog steeds niet reden. Ik pakte mijn tas om een bordje te gaan maken met Leeuwarden erop, maar voordat ik daar mee kon beginnen, stopte er een grote pick-up: meerijden Bouwe? Het begon al gewoon te worden om te vragen: ‘kennen wij elkaar?’ De beste man zei: u heeft vorige week een zonnepark geopend in Garijp, daar deed ik de catering. ‘Ah! Wat handig!’ Ik vroeg waar hij heen ging: naar Garijp. Ik zet je wel af bij de Werpsterhoek. Ah, dacht ik nog. Dat is geen handige plek. Geen enkele ruimte om te stoppen voor een verdere lift. Ach, je wilt je ook niet opdringen, dus we zien wel.

Meerijden?
Deze meneer stopte op de rotonde bij de Werpsterhoek, ik bedankt hem hartelijk en zag meteen achter de pick-up een bestuurder heftig zwaaien in een witte auto. Ik liep erheen en de bestuurder hield de deur al open. Wil je meerijden, De Boer? Verwonderd keek ik de man aan en stelde hem mijn geoefende vraag: ‘kennen wij elkaar?’ U kent mij vast niet, maar ik u wel! Van de column in de Middelpunt. Ik kom uit Warga en lees altijd als eerst de column over energie. Ik was verbluft. Hij zette mij keurig af bij het station, naast de fietsenkelder waar ik mijn fiets pakte en naar het gemeentehuis fietste. Het voelde onwerkelijk en ik keek steeds schichtig om me heen of er ook ‘bekenden’ waren.

In de lift
Hoe zal het zijn als je het journaal elke dag presenteert? Staat er dan elke ochtend een auto klaar met een wildvreemde die je naar het werk brengt? Ik zal het nooit weten, want dat komt niet op mijn pad. Maar met Middelpunt ga ik nog even door. Erg handig als de treinen eens niet rijden. Zo twee keer per jaar gebeurt dat. Ik zit er niet meer mee. Door Middelpunt zit ik in de lift!