Erik Brouwer van Freon Biolease: "Omarm groengas-ondernemers"

Erik Brouwer, eigenaar van Freon Biolease Nederland en vice-voorzitter bij de Biogas Branche Organisatie, stelt in een opiniestuk dat groengas-ondernemers meer ondersteuning verdienen. ‘Help de sector te professionaliseren en te groeien door innovatie in techniek’, zo stelt hij. Lees zijn opiniestuk op deze pagina.

Groengas
Er wordt veel gediscussieerd over het vergroten van de productie van duurzame energie. Zo is er ook een grote behoefte aan meer groengas/biogas, dat nu al met 7,5 procent een substantiële bijdrage levert aan de duurzame energieproductie. Bovendien is groengas leverancier van duurzame moleculen die onmisbaar zijn in onze toekomstige energiemix, die niet uit zon en wind gehaald kunnen worden. Die produceren tenslotte alleen elektronen. Als we als maatschappij de duurzaamheidsambities serieus nemen, verdient groen gas daarin een nadrukkelijke rol en moeten we nu echt werk maken van het ondersteunen van de ondernemers die “het in de markt moeten doen”. Te veel nemen we de vlucht naar voren en zoeken we de oplossing in nog niet uitontwikkelde technieken, zoals vergassing en waterstof. Er moet meer focus komen op dat wat binnen handbereik ligt.

Het is daarom vreemd te constateren dat de huidige markt eerder weggeschoven wordt in plaats van gestimuleerd. Het overgrote deel van de groengas/biogas-productie in Nederland komt van ondernemers die een co-vergistingsinstallatie exploiteren. Deze ondernemers zijn dagelijks bezig, vanuit hun gedrevenheid als ondernemer om een duurzaam energieproduct te produceren dat een bijdrage levert aan het realiseren van onze maatschappelijke ambities.

Co-vergisting
De biogasmarkt is nog steeds in ontwikkeling, maar het is wel een bewezen technologie die voorhanden is en op vele locaties in Nederland reeds wordt toegepast. En ja, niet alles loopt zoals gewenst en er zijn helaas ook incidenten. De vraag is echter of het daarom slim is om afscheid te nemen van co-vergisting. Iets dat eigenlijk ingezet is door de co-vergistingscategorie uit de SDE+-regeling te halen. Naar onze mening geeft de overheid hiermee een verkeerd signaal af. De vraag die beklijft: is de techniek de oorzaak of is de omringende regelgeving en de controleerbaarheid hiervan de oorzaak?

Als de maatschappij meer duurzame energie wil en daarbij het adagium is “de markt moet het doen”, dan moet je de markt ook faciliteren en niet aan haar lot over laten en klagen dat het niet goed gaat. Duidelijk is dat het produceren van duurzame energie nog steeds niet zonder subsidie kan. En het toekennen van subsidie maakt dat er strenge controle door de overheid vereist is. Echter, het stopt niet bij alleen maar controleren. Overheid en bedrijfsleven hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Samen staan ze aan de lat om de gezamenlijke ambitie waar te maken en dat vraagt om goede samenwerking. En juist op dit punt gaat het niet goed.

Veelvoud aan regels
Het ontwikkelen van een nieuwe duurzame energiemarkt gaat niet vanzelf. Dat hebben we ook kunnen zien bij de ontwikkeling van wind op zee. Daar was aanvankelijk ook het idee dat “de markt het moest doen”, maar het bleek te ingewikkeld en de overheid heeft daarom het voortraject van de ontwikkeling naar zich toe getrokken. Ze hebben de ruimtelijke vraagstukken, vergunningen en stroomkabel van zee naar land geregeld en toen een tender uitgezet waarop de markt kon inschrijven. In feite heeft groen gas op land een vergelijkbare problematiek. We moeten constateren dat de gekozen aanpak niet werkt. Nu moet een ondernemer geheel voor eigen risico het voortraject ontwikkelen en de kosten daarvoor dragen. Als alles vergund is, kan de ondernemer een aanvraag indienen voor de SDE+-subsidie. Omdat die uitgaat van een techniek eutraliteit en kostenefficiëntie, is het maar zeer de vraag of SDE+ wordt toegekend. We constateren dat vanwege te hoge aanlooprisico’s het aantal nieuwe initiatieven opdroogt. En als het toch gelukt is om een SDE+ te verkrijgen en de exploitatie wordt opgestart, krijgt de ondernemer te maken met een veelvoud van controlerend instanties die allemaal vanuit hun eigen verantwoordelijkheid kijken naar de exploitatie van een biogas-installatie. Met als gevolg, dat regels op diverse manieren worden geïnterpreteerd. Voor ondernemers is het nagenoeg een onmogelijke opgave om aan deze verschillende geïnterpreteerde en soms conflicterende regelgeving exact te voldoen.

In feite heeft biogas op land een vergelijkbare “stroomkabel” als wind op zee. Daarom is een andere aanpak nodig om het totale systeem te professionaliseren. Bedenk daarbij dat de huidige ondernemers in de sector degene zijn die op kortere termijn groei in de productie kunnen realiseren. Vanuit bestaande installaties is nog voldoende perspectief om door te ontwikkelen. Volledige nieuwe initiatieven van de grond trekken vergt, gezien de maatschappelijke weerstand, veel langere ontwikkeltijden. Ook is het niet duurzaam bestaande installaties in de kou te laten staan, iets dat gebeurt als er geen SDE+-verlengde levensduurregeling voor co-vergisting komt. Slecht voor de ondernemer, maar zeker ook voor de maatschappij, want in feite hebben beiden hierin veel geld gestoken. Daarnaast is grote behoefte aan transitiebeleid om te komen van een subsidie gedreven systeem naar marktwerking. En dat kan de markt niet alleen.

Onafhankelijke autoriteit
Om de gewenste productiegroei te realiseren en een professionaliseringslag te maken zal de overheid de sector meer moeten helpen. Er is behoefte aan een (onafhankelijke) autoriteit die vanuit kennis en ervaring zowel de ondernemers als ook de diverse overheidsinstanties kan faciliteren en verbinden. Faciliteren in het beter exploiteren van installaties en verbinden in het beter op elkaar afstemmen van regelgeving.

Daarom de oproep: omarm de huidige ondernemers, want deze zijn in staat om verdere groei in de groengas/biogas-productie te realiseren. Help de sector te professionaliseren en te groeien via innovatie in techniek, maar vooral door te innoveren in samenwerking en organisatie. Dit vraag om een extra investering, maar als eerste voor een echt strategische keuze. Verbinden en versterken: dat is wat nodig is.