Fossielvrije voorbeelden tijdens Into The Great Wide Open 2023

Bij Into The Great Wide Open laten we graag zien dat dingen kunnen. Op het gebied van muziek, kunst en zingeving, maar ook wat duurzaamheid en innovatie betreft. We kijken wat dat betreft terug op een geslaagde editie, waar 6000 bezoekers (plus crew, plus artiesten) genoten van een stralend Vlieland en vier dagen vol hoogtepunten. Er was een fijne balans tussen rust en ruimte, reuring en rafelranden. Als meest duurzame festival verstevigden we onze koppositie. Maar: het kan altijd beter. Daarom werden er deze editie wederom nieuwe maatregelen genomen om onze circulaire en klimaatpositieve toekomstdroom waar te maken. Op naar de volgende in 2024, waar ongetwijfeld nóg meer beter kan.

6000 liter diesel bespaard

“Het festival ging door de inzet van Lab Vlieland bijna helemaal van de aggregaten af in een pilot met energie van het vaste stroomnet en oplaadbare batterijen die de podia van stroom voorzagen. Daarmee werd 6000 liter diesel – en de uitstoot die daarmee gepaard gaat – bespaard, ten opzichte van de 9000 liter die we vorig jaar nog nodig hadden. Dankzij herbruikbaar servies, het uitbannen van restafvalbakken op het terrein en een minutieuze afvalscheiding wisten we niet eerder zoveel grondstoffen uit de verbrandingsoven te houden. Zo kunnen alle afvalstromen weer als grondstof worden ingezet.”

Fossielvrij

“We maakten ons ook op andere manieren hard voor de beperking van onze voetafdruk. Zo werd de crew fossielvrij naar Harlingen vervoerd en werden artiesten – voor zover ze er sowieso zelf al niet liever voor kozen zich te voet of te fiets te verplaatsen – op Vlieland elektrisch rondgereden. Een groot deel van het materieel voor podia en terreinen voer met vrachtzeilschepen naar Vlieland. De niet te voorkomen restuitstoot, waarvan een groot deel door de reisbewegingen van bezoekers, wordt gecompenseerd met duurzame koolstofopslag.”

“Het jongste publiek droeg ook een steentje bij. Het Kolderprogramma werd omgedoopt tot duurzaam kinderkunstlaboratorium, waar naar hartenlust werd geëxperimenteerd met nieuwe materialen en slimme manieren om verspilling tegen te gaan. Daar kunnen we nog een hoop van leren.”

Foto: Sjoerd Knol