Verwacht autogebruik na Covid zeker 40% lager

Autogebruikers verwachten ook na de COVID-19-periode een substantiële vermindering van het dagelijks autogebruik. Van 50% dagelijks gebruik van voor Covid-19 naar 30% erna. Zij verwachten ook na de pandemie gemiddeld twee dagen per week thuis te werken. Bij 32% van de respondenten is hierdoor hun houding ten opzichte van autobezit veranderd. Bewustwording is groter ten aanzien van de kosten, de tweede auto die vaak stilstaat en de alternatieven voor bezit.

Mobi Nederland

Dit zijn uitkomsten uit een masteronderzoek van Koen van Keulen van de Hanzehogeschool Groningen, dat hij dit voorjaar uitvoerde in opdracht van Freon Mobi. Mobi Nederland onderzoekt en faciliteert deelmobiliteit in landelijke regio’s. Er zijn ruim 650 autobezitters ondervraagd die een auto bezaten en nog een kleine 50 die al gebruik maken van deelauto’s. Doel van het onderzoek was te achterhalen of het thuiswerken door Covid-19 extra kansen biedt voor deelautogebruik.

Twee dagen thuiswerken de norm?

De resultaten tonen aan dat een substantieel deel van de respondenten (45%) verwacht tussen de 1 à 3 dagen thuis te gaan werken. Voor een op de vijf (22%) is dat twee dagen. Deze uitkomst komt overeen met eerder onderzoek van het CBS. Het verwachte dagelijks autogebruik van de 1e of aanwezige 2e auto zal door het thuiswerken dalen, variërend van 40% voor de 1e auto tot 50% voor de 2e auto. Tijdens Covid-19 daalde het gebruik van de 2e auto van 32% naar onder de 10%.

Bewustzijn kosten groeit

Bij ruim 30% van de ondervraagden is de houding ten opzichte van het autobezit gewijzigd. Onder die groep is 37% zich meer bewust geworden van de (vaste) kosten, van de alternatieven (28%) en een deel twijfelt over de noodzaak van de 2e auto (21%). De interesse voor het alternatief van de (elektrische) deelauto is aanzienlijk. Barrières zijn het bezit van de huidige auto (62%!), ‘het ontbreken van aanbod’ (34%) of ‘bang dat de auto er niet staat als je hem nodig hebt’ (35%). Motivaties zijn ‘beter voor milieu’ (36%), ‘is goedkoper dan bezit’ (29%) en ‘is alternatief voor de 2e auto’ (24%). Ruim 1 op de 5 kan zich voorstellen klant te worden bij een deelautoaanbieder. Bij nog eens 30% is dat ‘misschien’.

Informeren en uitproberen als strategie

Van Keulen adviseert Mobi en deelautoaanbieders in te zetten op informeren en uitproberen om vooroordelen en angsten weg te nemen onder potentiele gebruikers. Van de 658 respondenten staat 67% positief ten opzichte van het proberen van een deelauto. Waarvan 30% ‘misschien’ en 37% ‘ja’.  Dit is een stijging ten opzichte van onderzoek dat Mobi heeft laten houden in 2019 onder 1500 respondenten. Toen stond 15% (nu 37%) open voor uitproberen en 55% (nu 30%) met ‘misschien’. De groep die geen interesse heeft blijkt stabiel rond de 30%. De interesse onder de leeftijdsgroep onder de 35 jaar is nog weer groter met 46% ‘ja’ en 32% ‘misschien’. 

Deelauto

Vooroordelen vallen volgens Van Keulen ook snel weg na een concrete kennismaking. Zo bleek uit de resultaten van de enquête onder de niet-gebruikers dat 28,3% van de respondenten autodelen “gedoe vindt”. Van de bestaande gebruikers gaf slechts 6,3% als reden op “ik vind het gedoe”. De beste strategie om de kansen die Covid-19 biedt voor autodelen waar te maken is volgens Van Keulen het deelauto-alternatief gericht promoten en laten ervaren. Adviezen die Mobi zeker gaat oppakken.