De hoeveelheid wind- en zonnestroom die in 2022 werd opgewekt staat gelijk aan het jaarverbruik van 13,7 miljoen huishoudens (uitgaande van 2479 kWh per jaar, Milieu Centraal). In 2021 ging het om net geen 11 miljoen huishoudens. In de praktijk is het verschil nog een stuk groter, zo stelt Zonneplan, omdat het totale jaarverbruik in 2022 7,5 TWh (7 procent) minder was dan in 2021. Dat is te verklaren doordat Nederlanders als gevolg van de gestegen energieprijzen energie zijn gaan besparen.
Minder kolen en gas nodig
Zonnepanelen maakten in 2022 de sterkste groei door. Wekten ze in 2021 nog 11 procent van alle elektriciteit op, was dat afgelopen jaar al 16 procent. Het aandeel van windturbines steeg van 15 naar 18 procent. De kans is groot dat met name zonne-energie in 2023 hard zal blijven groeien, omdat de interesse in zonnepanelen nog altijd groot is. Veel huishoudens die ze afgelopen jaar bestelden zien ze vanwege de drukte bovendien pas komend jaar geïnstalleerd worden.
Waar het gebruik van wind- en zonnestroom dus sterk steeg, nam het aandeel van gascentrales juist af. De hoge gasprijzen zetten deze centrales deels buitenspel. Gevolg daarvan was echter dat vervuilende kolencentrales, die eigenlijk al waren afgeschreven, weer vaker aan moesten om aan de elektriciteitsvraag te kunnen voldoen. Desondanks gebruikten we afgelopen jaar in absolute zin toch 6,4 procent minder kolenstroom en 14,6 procent minder stroom uit kolencentrales. In relatief opzicht daalde alleen de bijdrage van gascentrales, terwijl het aandeel kolenstroom gelijk bleef.
Ruim 18 procent minder CO²-uitstoot
Doordat er minder stroom nodig was en de stroom die we wel gebruikten vaker opgewekt werd door emissievrije bronnen, daalde de totale CO²-uitstoot van de elektriciteitsmix volgens berekeningen van Zonneplan met 18,3 procent. In totaal ging er met de productie van elektriciteit in 2022 7,4 miljoen ton minder CO² gepaard dan in 2021. Dat staat gelijk aan de jaarlijkse uitstoot van 3,3 miljoen